<<<< Terug naar de index Naar de graaddagen en koeldagen calculator >>>>
Uitleg over de graaddagen.
Een graaddag is een maat voor de hoeveelheid energie die nodig is om een
huis te verwarmen.
Hoe hoger het aantal graaddagen in een bepaalde periode, des te meer energie is
er nodig om een huis te verwarmen.
Definitie van een graaddag.
Het aantal graaddagen per dag is het verschil tussen de temperatuur in huis
en de gemiddelde buitentemperatuur op die dag.
Er wordt uitgegaan van een gemiddelde temperatuur in huis van 18
°C.
Is de gemiddelde buitentemperatuur op een dag bijvoorbeeld 10
°C, dan zijn er die dag (18-10=) 8 graaddagen.
Als de gemiddelde buitentemperatuur hoger is dan 18
°C dan is het aantal graaddagen nul.
Gewogen graaddagen.
Om rekening te houden met de hoeveelheid
zonnestraling in en op het huis, kunnen afhankelijk van het seizoen de graaddagen
vermenigvuldigd worden met een weegfactor.
Zo krijgen we de "gewogen graaddagen".
De weegfactoren zijn:
In april t/m september: 0,8
In maart en oktober: 1,0
In november t/m februari: 1,1
De weegfactoren zijn zo gekozen dat het aantal
graaddagen per jaar, ongeveer overeen komt met het aantal gewogen graaddagen per
jaar.
De weegfactoren gelden voor een huis met een gemiddelde hoeveelheid
zonnestraling erop.
Voor een huis dat altijd in de schaduw staat, en dus zonder direct zonlicht
erop, kunnen we beter rekenen met de (niet gewogen) graaddagen.
Daar is het energieverbruik voor verwarming alleen afhankelijk van de
buitenlucht temperatuur.
Alle zonlicht dat op of in een huis valt, ook
midden in de winter, zal de benodigde energie voor verwarming doen verlagen, ten
opzichte van een huis dat in de schaduw staat.
Dat de weegfactor in november t/m februari hoger is dan 1 (namelijk 1,1) wil dan
ook niet zeggen dat het energieverbruik van een huis ook 1,1 maal hoger
wordt vanwege de invloed van zonlicht.
De weegfactoren zijn alleen maar relatieve getallen om de ene maand goed met de
andere te kunnen vergelijken.
Aantal graaddagen over een periode.
Om het aantal graaddagen over een periode te bepalen, tellen we eenvoudig de
graaddagen van de afzonderlijke dagen bij elkaar op.
Voorbeeld 1: Voorbeeld van het gebruik van graaddagen.
In de periode 2006 tot 2009 heb ik een aantal energiebesparende maatregelen
genomen waarvan ik het effect wil weten.
Nu zegt een directe vergelijking van het jaarlijkse gasgebruik niet zoveel, want
b.v. de winter van 2006 - 2007 was zeer zacht, en die van 2008 - 2009 juist
streng.
Door nu het gasgebruik te delen door het aantal gewogen graaddagen krijgen we
een getal dat onafhankelijk is van de buitentemperatuur, hieraan kunnen we dus
zien of (en hoeveel) het huis energie zuiniger is geworden.
Elk jaar rond 10 september geef ik de mijn gasmeterstanden door aan het
energiebedrijf.
Aangezien ik die meterstanden nog had, reken ik met seizoenen die lopen van 10
september tot 10 september.
Tabel1:
De volgende tabel laat de uitkomsten zien:
Seizoen (10 sept. - 10 sept) | Verbruik m³ gas | Gewogen graaddagen |
m³ gas / gewogen graaddag |
2006 - 2007 | 2303 | 2223 | 1,04 |
2007 - 2008 | 1733 | 2757 | 0,63 |
2008 - 2009 | 1653 | 2996 | 0,55 |
Diagram1:
Het aantal m³ gas per gewogen graaddag in de verschillende seizoenen.
In de zomer van 2007 zijn de spouwmuren en zoldervloer van mijn huis geïsoleerd.
We zien dat dit een besparing van zo'n 40% op het gasgebruik geeft.
Gedurende 2008 en 2009 zijn er nog meer energie besparende maatregelen getroffen
welke ook een gunstig effect hebben op het gasgebruik.
Voor een eerlijke vergelijking is het wel nodig dat b.v. het aantal bewoners
van het huis, en het aantal uren dat men thuis is, gelijk is over de diverse
jaren.
Maar dat was bij mij in deze periode wel het geval.
Voorbeeld 2:
In januari 2009 heb ik de volgende energiebesparende maatregelen getroffen:
- Buizen van cv installatie extra
geïsoleerd
-
Muur achter cv radiator geïsoleerd i.v.m. warmteverlies via balkon
- Tochtstrips aangebracht bij balkondeur
Door nu de periode vóór de maatregelen te vergelijken met de periode erna, is
na te gaan wat het effect is van de maatregelen.
Wekelijks heb ik het gasgebruik gemeten, en het aantal gewogen graaddagen
bepaald.
Beide zijn telkens door het aantal dagen (7 dus) gedeeld, zo krijgen we het
gasgebruik per dag, en het aantal gewogen graaddagen per dag.
Diagram 2:
Gasgebruik per dag als functie van het aantal gewogen graaddagen per dag.
We zien dat het gasgebruik na de maatregelen (rood) gemiddeld lager is dan
ervoor (groen).
Op koude dagen scheelt dat zo'n 2 m³ gas per dag.
<<<< Terug naar de index Naar de graaddagen en koeldagen calculator >>>>